Boeken

Het leven van een dierenarts ten plattelande.  Biografie aan de hand van korte anekdotische verhalen over veearts Johannes van de Veen (1910-1963)

  1. Speelziek
  2. J. Speelziek
  3. Warm water, zeep en handdoek. Het leven van een dierenarts ten plattelande.
  4. Oudheidkundige Kring Voorst, Twello. 2e druk ISBN 90-9004319-5. 80 pag. met zwart-wit foto’s
  5. Biografie aan de hand van korte anekdotische verhalen over veearts Johannes van de Veen (1910-1963)
  6. Eerste helft 20e
  7. Twello en omgeving
  8. Gemengde praktijk
  9. Keizersnede in 1954 voor t eerst uitgevoerd–
  10. Er werden in de beginperiode van de praktijk foetotomieën gedaan. Dit wordt in het boek ‘aflossen’ of ‘afvierelen’ genoemd. ‘Het aantal aflossingen bij roodbont vee (4,2%) kwam ongeveer tweemaal zo vaak voor als  bij zwartbont (2,2%)’.
  11. Gewaardeerd dierenarts. Op 25 jarig jubileum waren ca 600 gasten
  12. ‘Kwam hij voor een verlossing bij een boer, dan brulde hij altijd ‘warm water, zeep en een handdoek’. Toen het een keer klaar stond, vroeg hij ‘is het warm genoeg?’. Een mondige boerin antwoordde: ‘Steek je kont er in, dan kun je ’t zelf voelen.’
  13. ‘Praktijkovername in 1937 kostte ca 20.000 gulden’. Dit gaf aanvankelijk financiële zorgen. VdVeen betreurde praktijkovername , ‘had beter voor zichzelf kunnen beginnen’.
  14. Fiets in de oorlog met houten banden, Motor (Royal Enfield), Vauxhall, Chevrolet.
  15. Nvt
  16. Aan de hand van praktijkverhalen wordt de levensloop van VdVeen verteld.
  17. Tijd conform
  18. ‘zijn hulp werd eens ingeroepen bij een moeilijk verlopende verlossing. Toen hij bij de bewuste boer arriveerde bleek het om de boerin te gaan. Gewoontegetrouw had de boer de veearts gebeld. Van de Veen’s verloskoffer bleef dichten liet de verlossing van de boerin over aan de collega-arts.

2.’Toen er op de boerderij bij Anna juist een kalf geboren was, dat erg traag en sloom voor zich uit stond te kijken, kwam ze met het idee: Dokter, zal ik kalf maar een brandewijntje geven?’, waarop van de Veen antwoordde: ‘Nee, haal er maar één voor mij, ik heb het momenteel harder nodig’….de kurk bleef echter op de fles. In dei tijd gaf men jonge mestkalveren, die ‘lendebloed’ hadden, een soort hersenziekte, wel eens een brandewijntje als medicijn.’

 

  • Schrijver