Boeken

In “Ik wil dierenarts worden” beschrijft de auteur het levensverhaal van een jongen, die op jeugdige leeftijd al weet wat hij later wil worden.

  1. Van ’t Sterrebos
  2. Jacques
  3. “Ik wil dierenarts worden”.
  4. Uitgeverij D.K.S. ISBN 90 6406 3605  Nugi 749 (Nederlandse uniforme genre indeling)144 pagina’s, Pantheonreeks nr. 129.
  5. In “Ik wil dierenarts worden” beschrijft de auteur het levensverhaal van een jongen, die op jeugdige leeftijd al weet wat hij later wil worden. Met grote inzet en wilskracht tracht hij zijn ideaal te verwezenlijken, maar zijn weg gaat niet altijd over rozen.
  6. Geen recensies gevonden.

 

 

Inhoud:

 

  1. Roman die sterk autobiografisch lijkt. In ik-vorm geschreven.
  2. De tijd die wordt beschreven is van begin dertiger jaren tot eind tachtig van de twintigste eeuw.
  3. Het speelt zich grotendeels af in West Brabant. De studietijd wordt in Utrecht doorgebracht.
  • Grote huisdieren spelen de hoofdrol in dit boek
  • Er wordt met de ontwikkelingen mee gegaan. (embryotomie wordt keizerssnee) en er wordt samengewerkt met de Gezondheidsdienst voor Dieren en de AUV).
  • Beschreven praktijkvoorvallen lopen niet altijd goed af, maar worden zinnig geanalyseerd.
  • De hoofdpersoon groeide op in een eenvoudig boerenmilieu en heeft zich daar ook later niet geheel los van kunnen maken. Heeft zich naast de praktijk wel ontwikkeld als bestuurder.
  • Als dierenarts is de hoofdpersoon de professional, maar hij stelt zich niet boven anderen.
  • Er worden geen details gegeven over de financiën. Als student en jonge dierenarts werd er bijverdiend met MKZ enten en tbc-controles.
  • Kennelijk wordt als jonge dierenarts op een motor rondgereden, ook omdat onverharde wegen soms slecht begaanbaar zijn. Later is er kennelijk een auto. Hier wordt nauwelijks aandacht aan besteed.
  • De ik-persoon ziet zichzelf als hulpverlener in situaties waar dat nodig is, is heel zorgvuldig en gaat onzekerheden uit de weg.
  • De dierenarts is een vakman, die zijn kennis op peil moet houden, en gebruik kan maken van instanties die meer gespecialiseerd zijn, zoals de Gezondheidsdienst voor Dieren en de Faculteit Diergeneeskunde. In dit kader past ook de uitbreiding van een solo-praktijk naar een groeps- (5) praktijk, hoewel dat niet uitgebreid wordt beschreven.
  • Er is aandacht voor dierenwelzijn, maar wel passend in die tijd.
  • Opvallend is de aandacht voor de katholieke kerk (op school bij de broeders, eerste communie, bezoek van de kapelaan etc. worden als vanzelfsprekend beschreven) zonder dat er een oordeel geveld wordt.
  • Schrijver