Boeken

Praktijkverhalen van een dierenarts op het Groninger platteland in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw.

  1. Roorda
  2. Gerrit
  3. Ik kom eraan! Verhalen van een dierenarts
  4. In eigen beheer uitgegeven, 96 pag., foto woonhuis voorkant en klein fotootje Gerrit Roorda achterkant.
  5. Op 8 februari 1952 Kreeg Gerrit Roorda zijn bul en mocht hij zich dierenarts noemen. Een half jaar heeft hij als assistent bij de kliniek voor verloskunde gewerkt. In het najaar van 1952 heeft hij zich, samen met zijn vrouw, als dierenarts gevestigd in het plaatsje Lemelerveld in midden-Overijssel. Toch trok het noorden en zijn ze in 1958 verhuisd naar Zuidhorn even ten westen van Groningen. Hier is hij tot 12 februari1988 dierenarts geweest, eerst alleen, later samen met meerdere collega’s. Al deze jaren als dierenarts hebben een schat aan herinneringen opgeleverd, die zo voor en na verteld werden. Hoe vaak is niet gezegd: Dat zou eigenlijk allemaal opgeschreven moeten worden. En ziehier, het onvergetelijke resultaat.
  6. Geen recensie gevonden.

 

Inhoud.

 

  1. Praktijkverhalen in willekeurige volgorde.
  2. De meeste spelen zich af in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw.
  3. Voor het overgrote deel speelt het zich af op het Groninger platteland.
  4. Wel enkele honden (en een eend) op het spreekuur, maar voornamelijk visite rijden naar de boeren, voor koeien, paarden varkens en een paar schapen.
  5. Penicilline was een eerste keus bij veel ontstekingen en er werd (gelukkig) ook al met anesthetica gewerkt.
  6. Het was de beginperiode van operaties als keizersneden (bij koeien, maar ook een enkele keer bij varkens en zelfs een keer bij een paard.
  7. Status speelt in dit boek geen rol. Er is respect voor de boeren. Wat door boeren gezegd wordt, wordt meestal in het Gronings opgeschreven.
  8. De dierenarts heeft wel (bijna altijd) gelijk.
  9. Een normale koeien-verlossing kostte 12,50 gulden. Waarnemen 12.50 – 15.00 gulden per dag.
  10. Helemaal in het begin per motor, maar algauw per auto (Volvo). Wordt verder niet benoemd. Wel een mooi verhaal over een antieke arrenslede, waar vooral voor show en demonstraties mee gereden werd.
  11. De schrijver is een dierenarts waar het werk zonder mopperen altijd voorgaat. Hij geniet van zijn werk.
  12. Oog voor” de romantiek van het vak”.
  13. Voor die tijd had hij oog voor dierenwelzijn (ligboxen stal plezieriger voor de koe).
  14. Uit de inleiding, geschreven door zijn dochter: Hij werkte hard, maakte lange dagen en hij deed dat met grote toewijding en enorm veel liefde voor het vak. …. En verderop: Zijn leven en werk is doortrokken met verwondering over het machtige scheppingswerk van God. Die verwondering is er bijvoorbeeld bij de geboorte van een dier, maar ook bij de werking van het spijsverteringsstelsel van een koe. Hij vertelt aan iedereen om zich heen hoe wonderlijk mooi dier en mens functioneren.

Mijn vader is een meesterverteller en zijn verhalen over zijn dierenartsenpraktijk blijven het best bewaard als ze aan het papier worden toevertrouwd. Daarom ben ik blij dat hij dit boekje heeft geschreven als tastbare herinnering aan die tijd met zijn boeren.

  • Schrijver