Boeken

Honderd jaar diergeneeskunde vlak voor de overgang naar het nieuwe millennium. We volgen het verhaal van Koos, de boerenzoon die dierenarts wordt.

  1. Rasenberg
  2. Rinus`
  3. De Mythe van de Biltstraat
  4. Uitgeverij Bereklauw, Roermond. ISBN 90 80221325. 156 pag. Omslag illustratie in kleur.
  5. Honderd jaar diergeneeskunde vlak voor de overgang naar het nieuwe millennium. We volgen het verhaal van Koos, de boerenzoon die dierenarts wordt. En we lezen over een caleidoscoop van dierenartsen, in Nederland en in België opgeleid, de dokters Vlimmen. De oudste nog in leven zijnde practicus en de eerste vrouwelijk practicus. De gelovige en de commerciële practicus. Enkele tientallen collega’s heeft Rinus Rasenberg geïnterviewd en hij laat de mens achter de practicus aan het woord: je hoort ze praten. Hierdoor is een overzicht ontstaan van al die dierenartsen die één overeenkomst hebben, het praktiseren. Een overzicht met veel achteromkijken, met weemoed en met verontschuldigingen, met plezier en met trots.

Het is een brok informatie over de ontwikkeling van de praktiserende dierenartsen en de cliënten in deze eeuw. De veranderingen in de loop der tijd worden verteld door de mensen die er midden in hebben gestaan en nog staan. Het geeft een verhelderend beeld van wat er leeft bij de verschillende mensen die dierenarts zijn geworden. De Mythe Van De Biltstraat, de straat in Utrecht waar de faculteit stond en waar voor veel dierenartsen zoveel herinneringen liggen.”

  1. Opmerkelijke combinatie tussen verhalen ‘uit de praktijk’ van dierenarts Koos en korte interviews met verschillende soorten dierenartsen.
  2. Vooral tweede helft 20e eeuw, maar sommige geïnterviewden vertellen over hun vaders dierenartsenpraktijk van daarvóór.
  3. Heel Nederland
  4. Het verschuiven van het patiëntenaanbod, van de mentaliteit, van therpaieën etc wordt aan de hand van de interviews duidelijk beschreven.
  5. Dit geldt ook voor de veranderingen in medicaties en behandelingen
  6. Operaties worden niet in detail beschreven, wel de ontwikkeingen van anestesie en chirurgie in de loop van de tijd.
  7. De status van de dierenarts komt ruim aan bod in de interviews.
  8. Dit geldt ook voor de status van eigenaar en boer.
  9. Inkomsten worden vaak beschreven in de zin van laag in relatie met het vele werk. Geen details.
  10. Tijd gerelateerd
  11. De ik-persoon, in dit geval de hij-persoon Koos, zou voor een groot deel auto-biografisch kunnen zijn.
  12. De vorm van interviews geven een bijna historisch overzicht.
  13. De relatie mens – dier komt ruim aan bod.
  14. Veel citaten zijn mogelijk. Zomaar één: “ We schrijven jaren zestig. Het ‘Vlimmentijdwerk’ wordt bijgezet in de tombe van voorbije sprookjes. Vlimmen zal niet worden opgetekend in de geschiedenisboeken, maar blijft hardnekkig voortleven in de harten van oudere boeren en dierenartsen’.
  • Schrijver