Boeken

Reeks columns in De Hillegommer. Na 25 jaar, vier gebundelde boekjes en ruim 600 columns stopt dierenarts Lodewijk Kamps (1962) met het schrijven van de wekelijkse Poespas.

Auteur L. Kamps

 Kater met Carnaval en andere verhalen uit de dierenartsenpraktijk
Bindwijze Hardcover
Aantal pagina’s 144
Geen Illustraties
EAN 9789081112024

Na 25 jaar, vier gebundelde boekjes en ruim 600 columns stopt dierenarts Lodewijk Kamps (1962) met het schrijven van de wekelijkse Poespas. Zijn vrouw Ingrid begon ooit met het schrijven van deze succesvolle reeks columns in De Hillegommer.

Toen Lodewijk in 1997 zijn eigen dierenkliniek in Hillegom begon, was hij net vader geworden: Ingrid besloot in de praktijk te komen werken als chirurg. Dat was voor het hele gezin een stuk rustiger.”

Maatschap
Lodewijk en Ingrid begonnen zo hun man-vrouwmaatschap, waarin Lodewijk zich helemaal kon storten op zijn spreekuur en Ingrid op het opereren. In die tijd is zij columns gaan schrijven. Lodewijk: “De Poespas was toen nog een beetje wetenschappelijk/educatief. Toen Ingrid een keer geen tijd had en mij vroeg, heb ik een anekdotisch verhaal opgeschreven. 100 procent waargebeurd.

Deal or no deal
Een van de columns (en dus waargebeurd) die hij nooit zal vergeten, gaat over een man met een moederpoes. Het arme dier had ‘s nachts geen melk voor haar pasgeboren kittens. ‘Voor de eerste nacht kunt u ze wel melkpoeder geven’, had Lodewijk geadviseerd. Maar dat had de man niet in huis. Lodewijk wel. Hij sprak met de man af bij een rotonde en zat in zijn auto met een doos vol melkpoeder en een paar injectiespuiten op schoot toen hij in het pikkedonker werd aangehouden door de politie. Tja. Praat je daar maar eens uit. ‘Deal or no deal’ was de kop van deze column.

Armoede
Maar de meeste columns ontstaan aan de behandeltafel, laat Lodewijk weten en: ‘ik maak me er nooit met een jantje-van-leiden van af’. Het verhaal moet hout snijden. Er moet zich iets aandienen en het is bedoeld als etalage voor zijn vak; niet om iemand in een kwaad daglicht te zetten. Inmiddels voelt hij zich wel een halve psycholoog. Zoveel dieren, zoveel baasjes. Hij rolt van de ene anekdote in de andere: “Pas was hier een stel met een kat, daar kan ik een pagina over vol schrijven! Het dier had acuut medische hulp nodig en moest geopereerd worden. Zij hadden daar echter geen geld voor. Paniek in de tent! Gelukkig hebben wij een aantal weldoeners die af en toe contact met me opnemen en geld storten: dat mag ik vrij besteden aan dierenbezitters met een krappe beurs. Aan deze dierenbezitters kan ik dan zeggen: de helft betalen jullie en dat mag in termijnen en de andere helft gaat uit die pot. Ze zijn dan zó dankbaar en dat is geweldig. Je maakt mensen mee die het extreem goed hebben en zelfs geld weggeven en je maakt mensen mee die een consult van 40 euro in termijnen willen betalen. Armoede zie ik dagelijks. De discussie: ‘U gaat me toch mijn laatste geluk niet ontnemen… u houdt toch ook van dieren?’ die ga ik niet aan. Ik doe wat ik kan doen.”

  • Schrijver